Archeologische vondsten Eandistip overgedragen aan Depot Rato
23 November 2023
"Het Mechelse 'Begijnhof buiten de muren' was destijds het grootste begijnhof in West-Europa" - schepen Björn Siffer
De Keerdoksite evolueert de komende jaren naar een nieuwe, duurzame stadswijk met ongeveer 550 woningen, een centraal ontmoetingsplein, vernieuwde kades en een stadspark inclusief minibos. De realisatie van Parking Keerdok is intussen achter de rug, maar in het kader van deze multifunctionele parkeergarage werd op de Eandistip een archeologische opgraving uitgevoerd. De vondsten werden overgedragen aan de stad en zullen bewaard worden in Depot Rato.
Foto: ©Museum Hof van Busleyden
Het multifunctioneel parkeergebouw dat hier gebouwd werd, bevindt zich op een historisch waardevolle locatie. Voor de bouw aan Parking Keerdok van start ging, werden opgravingen gedaan door een archeologisch team van deskundigen.
Archeologen van studiebureau BAAC Vlaanderen legden verspreid over het terrein enkele proefputten aan. Wat bleek? In zowat alle proefputten vonden ze op een diepte van ongeveer twee meter onder straatniveau oude muurresten en puinkuilen, waaronder een kuil met afval uit de 16de eeuw.
“De vondsten kwamen echter niet als een complete verrassing. Uit de bureaustudie was al gebleken dat de Eandistip vroeger deel uitmaakte van het ‘begijnhof buiten de muren’. Bovengronds is van dat begijnhof niets meer bewaard. Enkel de plaatsnaam ‘Begijnenweide’ wijst nog in die richting. Hoewel het buiten de eigenlijke stadsmuren lag, vormde het begijnhof een kleine stad op zich: het was ommuurd, er woonden meer dan duizend begijnen, er was een grote kerk, een begraafplaats en er stonden honderden huizen met tuintjes. Ze hadden er zelfs hun eigen economie met o.a. het weven van lakens”, zegt Greet Geypen, schepen van Stadsontwikkeling.
“Opgericht in de jaren 1370, groeide het uit tot het grootste begijnhof in West-Europa. Tegen het einde van de 15e eeuw en in de eerste helft van de 16de eeuw woonden hier naar schatting 1500 tot zelfs 1900 bewoonsters. In andere begijnhoven waren er doorgaans niet meer dan honderd. Door politiek-religieus geweld in de tweede helft van de 16de eeuw, met de godsdienstoorlogen, staken de geuzen in 1572 een deel van het begijnhof in brand. Enkele jaren later werd op bevel van het stadsbestuur het volledige begijnhof platgebrand. Na de verwoesting van het begijnhof werd het gebied ingericht als weiland”, aldus Björn Siffer, schepen van Cultuur.
Muurresten aangetroffen
De opgraving op de Eandistip lichtte maar een klein stukje van de sluier op. De oudste sporen gaan terug tot de late 13de en 14de eeuw. Enkele gedempte greppels en afvalkuilen toonden de eerste sporen van bewoning.
“Verschillende kuilen hadden een zeer rijke inhoud met vaak volledige maar gebroken potten. Ook metaalvondsten uit deze periode kwamen frequent voor. Uit de 15de en 16de eeuw werden muurresten aangetroffen, slechts enkele bakstenen diep bewaard, waaruit zes vermoedelijke begijnhofhuisjes gereconstrueerd werden. De archeologische vondsten komen overeen met de gegevens uit de historische bronnen en kunnen het historische luik weer iets meer aanvullen en uitbreiden”, aldus Greet Geypen.
Bij de woningen werden beerbakken aangetroffen die behalve vondsten ook een beeld gaven van het dieet van de bewoners door macrobotanisch onderzoek. De geconsumeerde planten en vleesresten gaven blijk van een rijk en gevarieerd eetpatroon.
“Uit diezelfde periode werd op het terrein ook een 12 meter brede gedempte gracht aangetroffen met restanten van een landhoofd van een brug over de gracht. Duidelijke sporen van de verwoesting van het begijnhof in de late 16de eeuw werden niet aangetroffen, maar verspreid in ophooglagen en uitbraaksporen werden verschillende loden pistolet- of musketkogels gevonden”, aldus Björn Siffer.
Ontwikkelaar Kaïros Montreal heeft de vondsten aan de stad Mechelen overgedragen. Ze zullen bewaard worden in het nieuwe Depot Rato in Muizen.