[OPINIE] Wat men in Vlaanderen leren kan van Mechelen: Flexibele kinderopvang als positieve stroomstoot voor kwetsbare gezinnen
15 September 2020
Onder impuls van het Europese PACE-programma (Providing Access to Childcare and Employment) werd in Mechelen een dikke twee jaar geleden het project 38 Volt opgezet. Wat op het eerste zicht louter flexibele kinderopvang is, is eigenlijk een begeleiding op maat van kwetsbare gezinnen om jonge kinderen en hun ouders te versterken op vlak van onderwijs, opleiding en werk. Een voorbeeldproject voor hoe we in Vlaanderen onze reguliere en flexibele kinderopvang nog beter kunnen organiseren om kwetsbare gezinnen te versterken. Schepen Gabriella De Francesco stond in haar vorig leven als coördinator van 38 Volt mee aan de wieg van dit innovatief project en deelt in deze bijdrage de leerwinsten voor Mechelen en bij uitbreiding heel Vlaanderen.
Europees onderzoek wees uit dat het gebrek aan beschikbare en betaalbare kinderopvang vaak een obstakel is in de zoektocht naar werk, en dat kwalitatieve voorschoolse opvang een positieve invloed heeft op de verdere schoolcarrière. De huidige vormen van kinderopvang zijn zelden afgestemd op de flexibiliteit die ouders op de arbeidsmarkt aan de dag moeten leggen. Daarbij komt dat personen die geconfronteerd worden met zware maatschappelijke drempels echt wel een extra begeleiding nodig hebben om cruciale stappen te zetten in hun leven. Wie er nog vanuitgaat dat iedereen op eigen kracht aansluiting kan vinden op de opleidings- en arbeidsmarkt, zit in een ivoren toren.
Flexibele kwaliteitsvolle kinderopvang combineren met gezinsbegeleiding op maat is voor de betrokken kwetsbare gezinnen cruciaal gebleken. Kwetsbare gezinnen worden geconfronteerd met een veelheid aan verwachtingen: van de werkgevers, het onderwijs, de kinderopvang, de familie of buurt, de welzijnsorganisaties en de bredere samenleving. Deze verwachtingen zijn divers en niet per se goed op elkaar afgestemd. Gezinnen krijgen ze soms moeilijk gecombineerd. Occasionele en flexibele opvang kan hulp bieden. De opvang geef soepelheid aan alvast één levensdomein, wat het gemakkelijker maakt om aan verwachtingen op andere terreinen te voldoen.
Het is tijd dat we de lessen uit 38 Volt in overleg met lokale en Vlaamse partners duurzaam verankeren. Deze werking is meer dan een flexibele kinderopvang en ik hoop dat ook Vlaanderen de maatschappelijk relevantie hiervan inziet en meeneemt in haar beleidsontwikkeling. Er zal daarvoor gesleuteld moeten worden aan de manier waarop we vandaag kijken naar kinderopvang en deze organiseren: de toegankelijkheid als gevolg van de voorrangsregels die gelden voor het krijgen van een plaats, maar ook de manier waarop we het personeel van de kinderopvang ondersteunen en opleiden.
In het Vlaams regeerakkoord ligt het hoofdaccent inzake kinderopvang op de economische functie ervan. Kinderopvang is er voor werkende ouders of ouders die een opleiding volgen in een traject naar werk. Flexibele en occasionele opvang is er voor ouders met onregelmatige werkuren. Kinderopvang ten dienste dus van de regering haar ambitie om de werkzaamheidsgraad van de Vlaamse bevolking op te krikken tot 80%. Het is geen rocket science: wie een vaste job heeft krijgt zicht op een stabieler inkomen, op verdere ontplooiingskansen, op toegang tot een ruimer netwerk. Activering is daarom een belangrijke pijler van ons welvaartsmodel en is ook een belangrijke hefboom om de levenssituatie van personen in armoede te verbeteren. Helaas zien we ouders met jonge kinderen die beperkte toegang hebben tot de arbeidsmarkt in deze kwetsbare periode van hun leven verder afdrijven. Toegankelijkheid van kinderopvang moet daarom meer zijn dan louter kunnen gaan werken. Een toegankelijke kinderopvang vetrekt vanuit de noden van een gezin op alle vlakken. Het is dé reden waarom binnen 38 Volt de kinderopvang werd uitgebreid met gezinsbegeleiding.
Daarnaast moeten we volop inzetten op een goede ondersteuning van het personeel in de kinderopvang.
Werken in een occasionele, flexibele opvang met kwetsbare gezinnen gaat ook over omgang met diversiteit, gezinnen met uiteenlopende achtergronden, levensomstandigheden, gezinssamenstellingen en opvoedingsidealen. Dat vereist specifieke compententies. Er moet een veilige, geborgen sfeer heersen die gezinnen en gezinsleden, klein en groot, op hun gemak stellen. Het opvangteam heeft een cultuur nodig zonder vooroordelen, wat zeker niet evident is als je dagelijks gconfronteerd wordt met situaties die vreemd aanvoelen. Medewerkers moeten open observeren eerder dan oordelen om de gezinsondersteunende praktijk in te leiden, mensen stappen te laten zetten, aansluiting en vertrouwen te laten zoeken. Dat is de basis om verder te gaan in de begeleiding en de versterking van deze kwetsbare gezinnen.
Het Vlaamse kader moet zich nog zetten. Daarom nodig ik bevoegd minister Beke, zijn administratie en de sector graag uit om kennis te nemen van de expertise die gedurende het PACE project is opgedaan. Op 17 september delen de dertien partners uit de vier verschillende landen die aan het sociaal innovatieproject PACE deelnamen samen met de onderzoekers van Arteveldehogeschool en Karel De Grotehogeschool hun bevindingen via een webinar en boekpublicatie.
Ik geloof erin dat kinderopvang een baanbrekende sector is en moet zijn. Deze sector ziet als eerste de generatie van morgen en hun omgang met de diversiteit binnen onze samenleving. Zij is bepalend voor de verder levensloop van gezinnen, voor onze samenleving.
Gabriella De Francesco is schepen in Mechelen, bevoegd voor Sociale Zaken en Welzijn, Gezin, Kinderopvang, Armoedebestrijding, Diversiteit en Gelijke Kansen. Daarvoor was ze zelf werkzaam als coördinator van het project 38 Volt, als onderdeel van het Europese PACE-project waarin Mechelen lead partner is.
Meer informatie en inschrijven voor de webinar en boekvoorstelling: https://www.mechelen.be/pace