27 okt 2021

Q&A winkelpark Malinas (de Lus)

Twee grote projecten zijn momenteel belangrijk voor Mechelen-Noord: de ontwikkeling van een duurzame woonwijk op de site Keerdok/Eandis en winkelpark Malinas ter hoogte van de lus aan de N16. De twee dossiers zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Met deze Q&A brengen we veelgestelde vragen aan Groen Mechelen over deze projecten samen. Heb je nog een andere vraag? Laat het ons weten via [email protected].

Situering

 

Waarom kiest de stad voor een herontwikkeling van het Keerdok tot woongebied?

Mechelen is een stad in volle groei en heeft extra woningen nodig. Dit is een goede zaak omdat wonen in een stad veel ecologische en maatschappelijke voordelen heeft. Ook binnen het Mechels grondgebied is het ontwikkelen van woongebieden via inbreiding of vlakbij de bestaande wooncentra te verkiezen boven het verkavelen van open ruimte. De inplanting van de baanwinkels en betoncentrale aan de Keerdoksite is historisch gegroeid, maar is geen wenselijke locatie voor dit soort activiteiten. De herontwikkeling laat toe om een kwalitatieve woonzone te realiseren aan het water, met ruimte voor een park voor de ruimere omgeving. De fiets- en wandelbruggen die bij het project horen, zorgen ook voor een extra trage verbinding tussen de wijken Battel en Mechelen-Noord. De winkels die nu op de site Keerdok gevestigd waren, werden geherlokaliseerd naar het nieuwe winkelpark.

 

Waarom moest het groen van de Lus wijken voor winkels?

Het inplanten van een nieuwe woonwijk aan het Keerdok is een noodzakelijke en evidente keuze, gezien de sterke groei van de stad. We grijpen de herlokalisatie van de winkels op de site aan om een gebundelde verhuis mogelijk te maken. We willen in Mechelen geen nieuwe Leuvensesteenweg of A12. Het type winkels dat hier voorkomt is niet of minder geschikt om in de binnenstad onder te brengen: panden van deze oppervlakte zijn niet voorhanden in het centrum en de aard van de winkels brengt ook een andere mobiliteitsmix met zich mee. De winkels zijn dan ook een aanvulling voor de winkels in de binnenstad, geen concurrentie. Met de Lus werd een locatie gevonden die reeds in 2008 werd omgezet naar gemengd regionaal bedrijventerrein, als uitbreiding tot bedrijvensite Mechelen-Noord, bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Mechelen.

Het gebied sluit - zeker met de herontwikkeling van het Keerdok - aan bij kerngebied van de stad en is vlot bereikbaar te voet en met de fiets, bus en de auto. Dit is ook de reden dat er momenteel een studie loopt om dat stuk van de N16 in te richten als een stadsboulevard. Samen met de plannen vanuit Vlaanderen om de knoop Mechelen-Noord aan te pakken, wordt dit niet langer een belangrijke as voor het doorgaand verkeer.

Door nieuwe ontwikkelingen dicht tegen de stad te houden, vrijwaren we de open ruimte in het buitengebied. Zo houden we daar alle potenties open voor het verbinden en uitbreiden van de bestaande natuurgebieden tot een groot Nationaal Park.

 

Op welke manier werd het groen dat verdween gecompenseerd?

Verschillende zaken zijn belangrijk. Enerzijds is er de verplichte boscompensatie en anderzijds zijn er de gevraagde inspanningen binnen het projectplan zelf (zie vraag naar de groenere invulling). De meest opvallende maatregelen zijn daar: het herlokaliseren op de site van het bestaande rietland en het behoud van 14 en verplanten van 19 waardevolle bomen.

Er zijn voor het compenseren van het groen in het project aan Mechelen Noord IV twee aparte dossiers . Voor het gedeelte binnen de lus is de compensatie geregeld via Agentschap Natuur en Bos (uitgevoerd gedeeltelijk in Mechelen, gedeeltelijk elders, o.a. Geraardsbergen, Herent en Kasterlee). Het ontboste gebied is 5,8 hectare en werd met 11,6 hectare nieuw groengebied gecompenseerd (dus dubbel zo groot). De 3,5 hectare op Mechels grondgebied werd in samenwerking met Natuurpunt aan Kauwendaal gecompenseerd.

Het tweede deel is de compensatie als gevolg van de nieuw aan te leggen ontsluitingsinfrastructuur (dus buiten de lus). Hiervoor werd 2,42 hectare geveld. Afhankelijk van de samenstelling van het bos was hier een compensatiefactor van 1,5 of 2 van toepassing. De totale te compenseren oppervlakte is daardoor 4,475 hectare. Daarvan werd 2,96 hectare op Mechels grondgebied gecompenseerd. Het gaat om een gebied in Walem, gelegen tussen de E19, de Nete en de Spildoornvijver.

Op het stuk van de groene zone tussen de Dijle en de ontsluitingsweg dat het dichtst bij de Dijle zelf ligt, bevinden zich niet veel bomen. Dit valt nu extra op met het verdwijnen van het achterliggende groen i.f.v. de aanleg van de ontsluitingsweg. Om deze groene zone te versterken zullen hier nog extra bomen worden aangeplant.

 

Mechelen was een tegenstander van de komst van Uplace in Machelen. Is Malinas geen gelijkaardig project?

Uplace was bedoeld als trekpleister met nationale uitstraling. Het moest niet alleen een plaats om te winkelen worden, maar een volledige 'beleving' met ruimte voor recreatie. Dit project zou daarmee rechtstreeks in concurrentie komen met de winkels van de Mechelse binnenstad, waar naast winkelen uiteraard ook een recreatief en cultureel aanbod is. Wat Malinas betreft was het de absolute voorwaarde dat het geen concurrentie mag zijn voor de binnenstad. Het winkelaanbod is aanvullend op dat van de binnenstad en bestaat in grote mate uit winkels die er al waren aan het Keerdok. Malinas is geen nieuwe publiekstrekker voor de stad, maar een efficiënte en goed ontsloten bundeling van grotere winkels voor de Mechelaar zelf.

 

Kon er geen efficiënter gebruik gemaakt worden van de ruimte? Was er geen groenere invulling van het project mogelijk?

Gedurende het volledige ontwerptraject is de stad blijven hameren op een groen en zo klimaatvriendelijk ontwerp. We zijn tevreden dat Mitiska daar oren naar had en het winkelpark daardoor het groenste van België is. Zo bestaat 1/3 van de totale oppervlakte uit aaneengesloten groengebied, waarvan 1,2 ha waardevol bestaand rietland dat op de nieuwe site herplant werd. Naast het rietveld ligt een groene parkeerwaaier die gekruist wordt door wandelassen. Deze assen worden omgeven door inheemse bomen zoals de els, wilg en esdoorn. De volledige achtergevel van het winkelgebouw werd bekleed met een haagmassief in combinatie met klimplanten en vormt op die manier de groene ‘huid’ van het gebouw, dat zich oriënteert naar de Dijlevallei. Het groen wordt ook doorgetrokken bovenop het gebouw. Op het dak van het winkelpark liggen een groendak van 13 000 m² en 6 300 zonnepanelen. Van de meest waardevolle bomen van het gebied werden 14 bomen behouden en 19 bomen in april - mei 2020 verplaatst naar hun definitieve locatie op de site zelf. Ze maken deel uit van de bomendreef aan de achterzijde van gebouw.

Op het vlak van ontsluiting werden bediening via de bussen van De Lijn voorzien en werden er extra routes voor fietsers en voetgangers ingetekend. Het gaat om een doorsteek naar het Vrouwvlietpad enerzijds en een nieuw fietspad tussen het jaagpad van de Dijle en N16 anderzijds. Op site zijn 400 overdekte parkeerplaatsen voor fietsers voorzien, met laadpunten. Het grondgebruik van de parking voor wagens wordt beperkt door deze deels ondergronds onder te brengen (350 plaatsen), wat de groenere invulling van de parkeerwaaier mogelijk maakte.

 

Hoe valt het ontwikkelen van de lus te rijmen met de ambitie om Mechelen groener te maken?

Mechelen is een sterk groeiende stad en dat juichen we absoluut toe: het is een bewijs dat de stad veel aantrekkelijker geworden is. Het is ook een teken dat meer mensen stedelijke kernen kiezen om te gaan wonen. Het versterken van de steden als wooncentra is belangrijk in de strijd tegen de klimaatopwarming, maar ook voor het terugdringen van maatschappelijke kosten: het grondbeslag is beperkter en de afstanden die afgelegd moet worden zijn kleiner, waardoor niet alleen de CO2-uitstoot van het verkeer omlaag kan, maar ook de kostprijs voor de onderhoud van wegen en nutsvoorzieningen lager kan. Recent onderzoek van VITO toonde aan dat nutsvoorzieningen in buitengebied per gebouw zeven keer meer kosten dan in de stad, de kostprijs van het verkeer is dubbel zo hoog.

Mechelen kan dus best nog groeien, zodat ook de open ruimte rond onze stad beter gevrijwaard kan blijven. Dat is de cruciale combinatie die we in het beleid hanteren: verdichten nabij de stadskern, robuuste en aaneengesloten natuur in het buitengebied. Nieuwe woonprojecten in woonuitbreidingsgebieden in de buitengebieden van Mechelen (zoals bijv. het Hombeeks plateau) worden dan ook niet meer goedgekeurd.

Belangrijk aandachtspunt hierbij blijft wel dat ook de woongebieden voldoende groen moeten bevatten: om het hitte-eilandeffect tegen te gaan, voor het stimuleren van de biodiversiteit, om regenwater te bufferen, om de lucht te zuiveren, om aan stadslandbouw te doen of als verpozingsruimte. De groene plekken in de dichtbebouwde gebieden en de groene zones en natuurgebieden errond moeten elkaar versterken en met elkaar verbonden worden tot 1 groot blauw-groen netwerk.

Het inplanten van een nieuwe woonzone aan de Keerdoksite (incl. parkzone) en het verschuiven van de winkelzone naar een goed ontsloten locatie vlakbij de stadskern sluit perfect bij deze visie aan. Elke individuele boom of groen plekje behouden lukt niet, maar we zorgen er voor dat de eindbalans uitgesproken positief zal zijn.

 

Staan de bomen die verdwenen voor Malinas in de bomenteller? Wordt elke boom door 3 nieuwe vervangen?

De bomenteller is enkel bedoeld voor bomen op het openbaar domein van de stad. Het is onmogelijk om bomen op privaat terrein daar aan toe te voegen (het vellen van een boom moet niet in alle gevallen aangevraagd worden en ook voor het planten van een boom hoeft dat niet). Daarnaast maakt de stad een duidelijk onderscheid tussen ‘bomen’ en ‘bossen’: individuele bomen op het openbaar domein zijn belangrijk voor tal van functies binnen verstedelijkt gebied (wateropname, afkoeling, luchtzuivering, vergroening van de openbare ruimte…); bossen zijn in de eerste plaats belangrijk binnen de ruimere ‘robuuste natuur’ (al hebben deze bomen uiteraard ook dezelfde functies). Ze zijn beide uiterst belangrijk, maar het is zeker zinvol ze uit elkaar te halen: in natuurgebieden is het minder zinvol om over aantal bomen te praten, daar is eerder de oppervlakte en de aaneengeslotenheid van natuur en bossen van belang. Het blijft dan ook onze ambitie om globaal gezien de oppervlakte groen en natuur te laten toenemen en te zoeken naar manier om het bestaande groen met elkaar te verbinden.

In het geval van Malinas werd de oppervlakte bos binnen de lus wel dubbel gecompenseerd (zie vraag over compensatie), omdat de factor 2 in dit geval door de hogere overheid wordt opgelegd. Voor de ontsluitingsweg is dat deels een factor 2, deels een factor 1,5. In overleg met de ontwikkelaar heeft de stad er voor gezorgd dat een groot deel hiervan op het Mechels grondgebied gecompenseerd wordt (zie vraag over compensatie).

Los van deze bebossing, gaan we de volgende jaren in samenwerking met o.a. het Agentschap Natuur en Bos en Natuurpunt volop voor de creatie van extra bossen en andere natuurgebieden binnen het kader van het Beschermd Natuurpark Rivierenland en de aanvraag als erkenning tot Nationaal Park.

 

Is Malinas geen uitgesproken 'auto-locatie'? Hoe valt dit te rijmen met de ambities van de de stad?

Aangezien Malinas niet bedoeld is als een attractiepool, maar in de eerste plaats een verschuiving en bundeling is van de winkels die nu aan het Keerdok liggen, zijn het in de eerste plaats vooral de Mechelaars zelf die hier naartoe zullen gaan. Het is niet de verwachting dat er veel extra regionaal verkeer aangetrokken zal worden. Bij de start van de bouwwerken lag de locatie nog wat geïsoleerd, maar dat wordt de komende jaren steeds minder het geval. Met ontwikkeling van de Keerdok-Eandissite en de plannen voor Kantvelde, wordt de lus binnen enkele jaren een deel van het stadsweefsel. Er is dan ook voor gezorgd dat de bereikbaarheid voor fietsers verzekerd is. Het nieuwe kruispunt op de N16 is verbonden met een nieuw fietspad richting de Dijle en ook de Vrouwvlietroute werd via een fietspad met het winkelpark verbonden. Via dezelfde trage routes kunnen ook voetgangers tot op de site geraken, al zal dit allicht een kleine groep zijn.