Onopgemerkt verslag werpt nieuw licht op grote Mechelse stadsbrand van 1342

26 Mei 2023

Onopgemerkt verslag werpt nieuw licht op grote Mechelse stadsbrand van 1342

“Het verhaal geeft ons vandaag weer een nieuw inzicht in de geschiedenis van onze stad. Ook in Stadsarchief Mechelen kunnen er linken worden gelegd met de stadsbrand."

681 jaar geleden, op 29 mei 1342, werd Mechelen getroffen door een grote ramp. Een stadsbrand trof toen een zeer groot deel van de stad, slechts een zesde van alle gebouwen bleef van de vlammen gespaard. Ondanks de omvang is er verder weinig geweten over de omstandigheden waarin deze noodlottige gebeurtenis plaatsvond. Een eigentijds verslag dat onlangs werd opgemerkt door onderzoeker Dirk Schoenaers in een zeventiende-eeuws handschrift werpt nieuw licht op het herstel.

De rijmtekst van net iets minder dan tweehonderd gepaarde versregels biedt een bijzondere inkijk in de manier waarop de de Mechelaars de socio-politieke nasleep van de ramp hebben ervaren. In het eerste deel van het verslag overheerst een gevoel van teleurstelling. Zowel de Brabantse hertog Jan III als de buren in Antwerpen, Brussel en Leuven maakten allerlei beloften om de stad  te helpen, maar laten uiteindelijk allemaal Mechelen in de kou staan.

Er is echter ook plaats voor hoop in het verhaal. De verteller stelt zich voor als een Mechelaar in hart en nieren, die het reilen en zeilen van het stadsbestuur van dichtbij kende. De dichter heeft het voortdurend over een Mechels ‘wij’, en spoort zijn stadsgenoten –arm en rijk– aan om moed te vatten en eensgezind de vroegere glorie van de stad nieuw leven in te blazen.

Het afschrift dat in Averbode wordt bewaard, werd pas in de eerste helft van de zeventiende eeuw gemaakt. Toch is het zeker dat de hoofdstukjes over de stadsbrand al in de vijftiende eeuw circuleerden als onderdeel van de Brabantse kroniek van Jan van Boendale. “Het verhaal geeft ons vandaag weer een nieuw inzicht in de geschiedenis van onze stad. Ook in Stadsarchief Mechelen kunnen er linken worden gelegd met de stadsbrand. Zo is bijvoorbeeld in de stadsrekeningen te zien dat er in de jaren na de brand allerlei maatregelen worden genomen, met name wijzigingen in de inning van accijnzen of dat er ijverig geld wordt geleend om schulden in te lossen”, weet schepen van Cultuur Björn Siffer te vertellen.

 

Een onopgemerkt verslag

De tekst over de Mechelse stadsbrand bevindt zich, als aanvulling op een Brabantse kroniek, in een van de verzamelbanden met geschiedkundige aantekeningen die Gillis die Voecht (1579-1653), archivaris van de Abdij van Averbode, in de zeventiende eeuw vergaarde als basismateriaal voor een geschiedenis van het graafschap Loon.

Dirk Schoenaers is doctor in de middeleeuwse letterkunde (University of Liverpool, 2010), gespecialiseerd in handschriftenkunde, middeleeuwse geschiedschrijving en vertaling in de Nederlanden. Hij merkte het onbekende verslag op in de Abdij van Averbode: “Op zichzelf bekeken bezit het verslag veel kenmerken van een middeleeuwse sproke, een soort van korte eenmansvoorstelling. Het lijkt waarschijnlijk dat de tekst niet lang na de brand is opgevoerd voor de inwoners van Mechelen, misschien wel door een professionele verteller of sprookspreker. In het korte verhaal wordt veel belang gehecht aan samenhorigheid, iets dat de toehoorders vast konden gebruiken bij de uitdagingen van de heropbouw.”

 

Benieuwd naar meer?

Een studie en uitgave van de tekst uit Averbode verscheen recent in een speciaal nummer van Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden, aangeboden aan Frits van Oostrom, ter gelegenheid van zijn emeritaat.  Dirk Schoenaers, ‘Een verloren hoofdstukje van de Brabantsche yeesten? Vanden parlementen die te Mechlen lagen ende ander dingen’, Queeste 30/1 (2023), p. 6-42.

Beschikbaar in open access op:

https://www.aup-online.com/content/journals/10.5117/QUE2023.1.002.SCHO#html_fulltext